Bomen aanplanten in winterse omstandigheden

Het aan- en verplanten van bomen vergt aandacht en vakmanschap. In tijden van vorst en sneeuwval zijn er nog eens extra aandachtspunten om een aanplant te laten slagen. De bodemconditie, bescherming van de wortels, juiste watergift en isolatie van de boom zijn essentieel om vorstschade te voorkomen en de wortelgroei te bevorderen, zodat de boom succesvol kan groeien. Lees in dit artikel enkele nuttige tips, want de wintermaanden zijn het belangrijkste seizoen om bomen aan te planten.
De maanden november t/m maart vormen het ideale plantseizoen voor bomen. Ze zijn dan in rust, waardoor de verstoring van het groeiproces minimaal is. Dit maakt het gemakkelijker voor bomen om zich te vestigen. Daarnaast is de bodem vaak vochtig en zijn er minder ziektes en plagen actief. Als de temperatuur gedurende langere tijd onder nul zakt, veranderen de omstandigheden voor het planten van bomen echter. Bevroren grond kan het planten moeilijk maken, omdat de wortels zich niet goed kunnen vestigen en wateropname wordt beperkt. Bovendien kan extreme kou schade veroorzaken aan de wortels als ze niet goed worden beschermd.
Zes belangrijke aandachtspunten bij aanplant in vrieskou of sneeuw
- Bodemconditie: Het is essentieel om te controleren of de grond niet bevroren is. Bevroren grond bemoeilijkt het graven van plantgaten en vermindert de wortelontwikkeling. Ook de bomen zelf zijn bevroren en kunnen sneller beschadigen. Het is het beste om te planten wanneer de bodem nog bewerkbaar is, zelfs als de lucht koud is. Is er slechts lichte vorst van korte duur, dan kan er wel geplant worden maar zorg dan dat de bevroren grond niet wordt gebruikt om het plantgat de dichten. Gebruik hiervoor droge grond. Wanneer de vorstkorst met een schep gemakkelijk doorgestoken kan worden, kan er prima geplant worden. Voorkom tevens aanplant in zeer natte gronden of plantgaten met water in het plantgat. Door gebrek aan zuurstof in de grond zullen de kiemende boomwortels afsterven en is er grote kans dat de aanplant mislukt. Vorstcondities kunnen echter het aanplanten op natte of nog losse (gespitte) gronden mogelijk maken. Je kunt op deze manier met zwaar(der)e machines op plekken komen waar dat zonder vorst niet mogelijk is. Hou je dan zeker aan de maatregelen hierboven om de bevroren grond niet in het plantgat te laten komen!
- Bescherming van wortels: Blote wortels moeten zo min mogelijk worden blootgesteld aan de koude lucht om te voorkomen dat ze uitdrogen of bevriezen. Het is belangrijk om bomen met blote wortels snel te planten en ze tijdens transport te beschermen tegen kou. Afdekken met stro, bladeren of jutezakken zijn goede oplossingen om ze te beschermen tegen weersinvloeden. Ook wortelkluiten kunnen natuurlijk bevriezen. Je kan deze ook afdekken met jutezakken, oude dekens, stro of bladeren. Vaak raakt slechts de buitenkant bevroren en blijven de haarwortels dieper in de kluit beschermt, waardoor ze toch goed kunnen ontwikkelen in het voorjaar.
- Water geven: Om te zorgen dat de kale wortels goed contact maken met de aanplantgrond is het raadzaam om altijd na het planten water te geven. Dat voorkomt ook het ontstaan van luchtkamers rond de wortelpruik. Zorg ervoor dat de grond niet volledig uitdroogt voordat de winter echt intreedt. Voor planten met kale wortel zijn de zorgen voor verdroging groter. De fijne haarwortels drogen snel in en zullen dan snel afsterven. Wel zijn de planten in staat nieuwe wortels aan te maken, maar verdroging van de wortels moet zoveel als mogelijk voorkomen worden. Bij vorst kunnen de wortels ook makkelijk breken, waardoor de planten slecht zullen aanslaan in het voorjaar.
- Isolatie van de boom: Mulchen rond de basis van de boom helpt om de bodemtemperatuur stabiel te houden en beschermt de wortels tegen extreme kou. Vooral in de winter heeft de jonge aanplant veel aan een toplaag van mulch. Deze laag van organisch materiaal zorgt voor een goede isolatie. Het remt de verdamping uit de bodem en beschermt op een natuurlijke manier tegen intredende vorst in de grond. Ook heeft het als voordeel dat het in het vroege voorjaar de opkomst van onkruid enigszins onderdrukt.
- Plantdiepte: Zorg ervoor dat de boom op de juiste diepte wordt geplant, met de wortelhals op, of net boven het bodemoppervlak. In de winter kan een te diep geplante boom meer last krijgen van stilstaand vocht en bevriezing.
De juiste aanplantdiepte bepalen is heel eenvoudig. De bovenkant van de kluit moet na aanplant gelijk of iets hoger zijn dan het maaiveld. Bij vers bewerkte grond moet je er ook rekening mee houden dat de kluit nog kan nazakken door het inklinken van de grond. Plant liever te hoog dan te diep aan. - Sneeuwomstandigheden: Bij sneeuw is de grond dikwijls niet of nauwelijks bevroren. De plantlocatie moet eerst sneeuwvrij gemaakt worden. Ga je aanplanten in de sneeuw dan moet wel voorkomen worden dat sneeuw het plantgat mee in gaat, omdat dan de wortels alsnog bevriezen en sterven. De sneeuw blijft namelijk geïsoleerd in de grond aanwezig waardoor de bodem slecht opwarmt en wortels zich niet ontwikkelen.
Door rekening te houden met deze factoren kan de boom succesvol worden geplant, zelfs in koude omstandigheden. Ben je niet zeker? In dat geval is het beter om te wachten tot de temperaturen boven het vriespunt komen, zodat de bodem weer bewerkbaar is en de boom een betere kans heeft om goed te groeien.
Al met al hoeven winterse omstandigheden geen probleem te zijn om bomen op projecten aan te planten. Bij strenge vorst is het wel raadzaam om de bomen extra af te dekken en als het even kan het werk uit te stellen. Bij een aantal wintergroene soorten is het noodzaak vroeg in het voorjaar of einde herfst aan te planten met vers gerooide planten. Daarom is het verstandig om vroeg met de kwekerij contact op te nemen of de uitvoerdatum van het project. Aanplanten tijdens strenge vorst is sterk af te raden.