Bomen om te browsen – van paardenweitje naar boomrijke oase

In een tijd waarin aandacht voor biodiversiteit, pure voeding en landschappelijke kwaliteit toeneemt, groeit ook bij paardenhouders de behoefte aan een meer natuurlijke leefomgeving. Geen kale grasvlaktes, maar multifunctionele weides met structuur, variatie én eetbare vegetatie. Dit vraagt om paardenbeplanting: een doordachte inzet van bomen en struiken die zowel het landschap als het welzijn van het paard verrijken. Plantenexpert, kweker en paardenliefhebber Sietske Metz, oprichter van Paard & Plant, laat zien hoe je met de juiste bomen voor paarden niet alleen meer biodiversiteit creëert, maar ook het gedrag en de gezondheid van paarden positief beïnvloedt.
De natuurlijke omgeving van het paard
“Paarden zijn van oorsprong bosdieren,” legt Sietske uit. “Ze grazen, maar knabbelen (browsen) ook aan twijgen, bladeren, knoppen en bast.” Als vluchtdier zijn ze op een gegeven moment uitgeweken naar meer open landschappen als steppes. Maar de behoefte aan variatie in voeding en omgeving ligt in hun genen besloten. Ongeveer 20% van hun natuurlijke dieet bestaat uit vezelrijk ‘knabbelmateriaal’. In kale weilanden kunnen ze dit gedrag niet uitoefenen, wat kan leiden tot verveling, gezondheidsproblemen en gedragsafwijkingen.
Veel paardenweides zijn overbegraasd, met weinig structuur of beschutting en het gras is vaak te voedselrijk. “Mensen denken: hij staat buiten, dus het paard is happy,” zegt Sietske. “Je zou paarden een dynamische omgeving gunnen, een mini-ecosysteem vol eetbare planten, variatie en prikkels, waar het zijn natuurlijke gedrag van rondtrekken en browsen kan vertonen.” Haar motto: Geef het paard zijn natuur terug.
Hoe planten het welzijn van paarden verbeteren
Haar zoektocht welke planten goed waren voor haar eigen paarden begon bij: ‘Pas op dat is giftig!’. Het gaat dan bijvoorbeeld over esdoorns en dan specifiek esdoornzaailingen tussen het gras. Een paard kan deze lastig onderscheiden. Maar naast alles wat er niet goed is, zullen er ook veel planten juist wel goed zijn.
Ook andere onderzoeken als ‘Paddock paradise’ van de Amerikaan Jaime Jackson naar het natuurlijke gedrag en beweging van paarden zijn een grote inspiratiebron voor de inrichting van de leefomgeving van het paard. Door bomen en struiken toe te voegen ontstaat niet alleen een aantrekkelijker landschap, maar ook een leefomgeving voor paarden waarin ze zichzelf op natuurlijke wijze gezond en fit kunnen houden. Browsen draagt namelijk bij aan het fysieke welzijn door een vorm van passieve fysiotherapie, ofwel ‘passive physio®’. Doordat paarden zich moeten uitrekken om bij het topje van een struik of boom te kunnen, rekken en strekken ze hun nek en activeren ze diepere spiergroepen. Veulens moeten door hun lange benen vaak in een v-stand staan tijdens het grazen. Als ze daarnaast ook naar grotere hoogte moeten reiken, strekken ze zich uit en moeten ze bovendien beter balanceren waardoor ze vierkanter gaan staan en naast hun ‘core’, hun evenwichtsorgaan trainen. Doorns van bijvoorbeeld de meidoorn doen een paard niks en deze eet hij gewoon op maar zelfs die doorns trainen spiergroepen in neus en mond.
Ontwerpprincipes voor browsebeplanting
Sietske’s ervaring als kweker en paardenhouder resulteerde in een doordachte aanpak: observeren wat paarden eten, en dit vertalen naar andere mogelijke soorten. Haar advies aan paardenliefhebbers:
- Gebruik de 80/20-verhouding: 80% graasbare vegetatie, 20% browsemateriaal.
- Werk met inheemse soorten zoals iep, linde, haagbeuk en wilg. Deze passen goed in landschappelijke omgevingen, groeien hard waardoor het niet erg is als er iets wordt afgeknabbeld en dragen bij aan de biodiversiteit.
- Positioneer bomen en hagen functioneel: beschermd door afraster, zodat de bomen eerst kunnen aangroeien en de paarden vervolgens bladeren, twijgen en knoppen kunnen eten zonder schade aan de stam te veroorzaken.
- Verdiep je in de fytotherapie van planten en kijk wat jouw paard lekker vindt: zo is de iep jaarrond in trek en werkt deze plant anti-parasitair. De es helpt tegen stress en wordt dus geplant voor nerveuze paarden. De linde is dan weer vooral goed voor de darmen en het zachte blad van de hazelaar is goed voor longen en luchtwegen en kan dus juist in trek zijn bij paarden met een hoestje.
- Exoten kunnen aanvullend waardevol zijn. Familieleden van de iep zoals Zelkova of de netelboom (Celtis) zijn prima bruikbaar, en hebben een hoge sierwaarde. Ook diverse lindesoorten kunnen met hun gespreide bloei zorgen voor een langere periode van nectar voor de insecten in de omgeving.
Snoeibeheer en benutting van boommateriaal
Bomen voor paarden leveren jaarrond voedzaam materiaal. Belangrijk hierbij is kennis van de eetgewoontes van paarden: Paarden die zowel mentaal als fysiek in balans zijn, weten vaak instinctief wat ze nodig hebben. Paarden met een onbalans, als gevolg van een jarenlang verkeerd dieet en met bijvoorbeeld een opgelopen welvaartsziekte, kunnen onhandige keuzes maken. Omdat veel paarden niet in een natuurlijke huisvesting zijn opgegroeid en niet van hun moeder en soortgenoten hebben kunnen leren welke planten veilig zijn, kiezen paardeneigenaren bewust voor een veilig en eetbaar sortiment aan beplanting.
Meidoorn wordt bijvoorbeeld alleen gegeten in het voorjaar. Ook kunnen leibomen gefaseerd gesnoeid worden zodat er over een langere tijd mee gevoerd kan worden. Een stap die nog iets verder gaat is takkenhooi – gedroogde takken met blad – dat kan dienen als winterse snackbundel en bezigheidstherapie. In de Middeleeuwen was het heel gewoon om dieren hiermee te voeren. Eeuwenoude kennis, opnieuw relevant.
Een rijker landschap voor paard, mens en natuur
De missie van Paard & Plant is helder: vergroen de paardenhouderij met doordachte, eetbare paardenbeplanting. Een gezondere omgeving voor het paard, een rijker landschap voor mens én natuur.
“Als we met z’n allen een beetje meer natuur terugbrengen in de paardenhouderij, maken we het landschap mooier – en het leven van het paard rijker,” aldus Sietske.