Boom van de maand: Ulmus
Wellicht is de meest iconische boomsoort van ons land wel de iep. Haar groeikracht, haar taaiheid en vormenrijkheid biedt talloze toepassingsmogelijkheden in zowel de stad, het dorp als ook het landschap. Voor iedere plaats is er wel een geschikte iep te vinden! Helaas ruïneerden twee iepziektegolven in de jaren 20 en 70 van de vorige eeuw het imago van de eens zo standvastige iep. Tegen de Aziatische iepziekteschimmel hadden de Europese iepensoorten geen weerstand en al eeuwenlang toegepaste rassen als Ulmus hollandica ‘Belgica’ en Ulmus minor ‘Sarniensis’ vielen massaal aan de ziekte ten prooi. Gelukkig begonnen enkele Nederlandse wetenschapsters al in 1930 aan een lange zoektocht van selectie en resistentieveredeling. Het resultaat is dat we nu, anno 2023, beschikken over een ruim pallet aan resistente iepenrassen. Die bieden nieuwe kansen. Ook in regio’s waar de iepziekte niet actief bestreden wordt.
De iep, een boom met karakter
De iep is eigenlijk een hele gewone boom. Geen uitblinker in bloem of vrucht, in kleur of vorm, maar wel in haar toepasbaarheid! Het is namelijk een boom die heel goed om kan gaan met extremen en dat maakt haar zo geschikt voor de toekomst. Het best is de iep te herkennen aan de scheve (a-symmetrische) bladvoeten. Verder zien we vooral bij jonge bomen vaak een kermerkende visgraatvertakking bij de een- en tweejarige scheuten. En natuurlijk zijn er in mei de vallende iepenzaadjes, verpakt in ronde tot hartvormige vleugeltjes. In de guldentijd werden ze iependubbeltjes genoemd, omdat ze ongeveer het formaat van het kleinste Nederlandse muntje van 10 cent hadden.
De vele toepassingen van iepen
Al vanaf de oudheid is de iep (of olm) een trouwe partner van de mens. Wist je dat in vroeger tijden het iepenloof werd gebruikt als veevoer? Vers gedurende de zomer, maar ook werden afgesneden scheuten met blad en al gedroogd en bewaard als wintervoer. De Romeinen gebruikten de cultivar ‘Atinia’ in hun wijnbouw als levende steun voor de druiven. In Italië duurde deze techniek voort tot in de jaren 40 van de vorige eeuw, toen de iepziekte ook de Alpen was over getrokken. In Londen werd in de 18e eeuw met uitgeholde iepenstammen het eerste ondergrondse waterleidingsysteem aangelegd, want iepenhout is onder water onvergankelijk. Die eigenschap maakte het taaie iepenhout ook geschikt voor de scheepsbouw en de bouw van sluizen. Iepenhout is houtworm gevoelig, maar bewegende delen worden niet aangetast. Hierdoor vond iepenhout haar weg naar de molenbouw, wagenwielen en later in de carrosserie van automobielen. Het prachtig gevlamde hout was geliefd als “inleghout” bij meubelmakers, die er dure pronkstukken mee fineerden. Niet voor niets plantten de Zeeuwse boeren ‘Belgica’-iepen op hun erven. Zij zorgden voor windbeschutting en na 40 jaar brachten de dikke olmen bij verkoop veel geld in het laatje. En hetzelfde deden gemeenten, waterschappen en polderbesturen: de vele toepassingen van iepenhout, gepaard aan de snelle groei en goede houtkwaliteit maakten iepenhout tot een grondstof van economische betekenis.
Iepziekte onder controle
Ondanks haar vele positieve eigenschappen kwam de iep in een kwaad daglicht te staan vanwege de iepziekte. De oorzaak van deze dodelijke kwaal is een uit Azië afkomstige schimmel die door de mens in Europa (en Amerika) werd geïmporteerd. Onze inheemse iepen werden ineens geconfronteerd met een schimmel waartegen zij geen verdediging hadden. De eerste schimmelimport vond plaats rond 1920, maar een tweede nog schadelijker schimmel werd via Amerika ingevoerd in 1970. Miljoenen iepen werden ziek en verdwenen uit het landschap en uit de steden en dorpen, wat de iep natuurlijk een slechte naam bezorgde.
Vanaf 1920 is er veel geïnvesteerd in het selecteren en kruisen van iepen om steeds beter resistente rassen te kweken. “Wageningen” nam daarbij het voortouw, maar buitenlandse instituten volgden. Het was vooral de ‘New Horizon’-iep die het vertrouwen in onze oer-Hollandse boomsoort wist te herstellen, door een hoge-resistentie te combineren met vermeerdering op eigen wortel, waardoor ook uitval door onverenigbaarheid wordt voorkomen.
Resistente iepen op eigen wortel: de boom van de toekomst
Met de komst van wortelechte hoog-resistente rassen, kunnen de nieuw te planten iepen niet meer wegvallen door iepziekte of door uitgestelde onverenigbaarheid. De wortelechte Resista-®iepen Ulmus ‘New Horizon’, ‘Rebona’ en ‘Fiorente’ excelleren daarbij nog eens op hete plekken in de stad. Metingen tonen aan dat hun schaduw de temperatuur in de beruchte hitte-eilanden al enkele jaren na aanplant aanzienlijk doet dalen. Kortom plant één iep en bespaar tien airco’s!
Naast de Resista®-iepen is de keuze uit resistente rassen in de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid, met onder andere Ulmus ‘Columella’, ‘Nanguen’, ‘Plinio’, ‘San Zanobi’, ‘Morton Glossy’ TRIUMPH, ‘Wanoux’ en andere. Allemaal verschillende rassen met diverse groeivormen en een brede toepassing. De ontwerper maakt hier dankbaar gebruik van.